top of page

BIO

IMG_1796_edited.jpg

 

 

 

 

 

Onder de naam Mario Judas creëert Maria Bronsema (1989) een hybride universum waarin mixed-media samenvloeien tot installaties die zowel lichamelijk als innerlijk resoneren. Haar werk is intuïtief, rauw en gelaagd — een voortdurende zoektocht naar balans tussen kwetsbaarheid en kracht, tussen introspectie en expressie.​​

 

 

​​

​

​

​

 

De keuze voor het pseudoniem Mario Judas is een bewuste artistieke daad. De naam schuurt met gender verwachtingen en creëert ruimte voor verbeelding. Hoewel de naam mannelijk klinkt, identificeert zij zich als vrouw. Door deze naam aan te nemen, bevrijdt ze haar werk van directe persoonlijke herkenbaarheid en nodigt ze uit tot een open interpretatie. Het is een feministisch statement, een kritische reflectie op hoe gender invloed heeft op de perceptie van kunst. Als Maria én Mario belichaamt ze een fluïde identiteit die haar werk voedt met complexiteit, activisme en mysterie.

 

​

​

​

​

​

 

De reliëfs zijn strak, hoekig en gesloten — gevormd vanuit persoonlijke en maatschappelijke frictie. Ze reageren op druk, op systemen die begrenzen. Daartegenover zet zij een tweede medium: rond, vrij en intuïtief. Door deze contrasten naast elkaar te zetten, ontstaat een spanningsveld waarin het ene het andere beïnvloedt, uitdaagt of juist verzacht.​​​In die ontmoeting tussen het strakke en het vloeiende, het bedachtzame en het spontane, ontstaat een dialoog. Ze zoekt in haar werk steeds opnieuw naar die balans — of juist naar het moment waarop die balans wankelt. Want zo ervaart zij het leven: als een voortdurende onderhandeling tussen controle en overgave, tussen vorm en gevoel. Elk werk is een tweestemmig gesprek, waarin tegenstellingen elkaar niet uitsluiten maar juist versterken. Soms schuurt dat gesprek tegen het tragische aan, soms is het ironisch, verleidend of onverwacht licht — juist die grens maakt het werk levendig en open.​​

 

 

 

​​

​

​

​

​

“Ik vergroot alleen maar iets uit dat bij ons allemaal verborgen zit.”

bottom of page